Champagne is al sinds de 15e eeuw tijdens de kroningsfeesten in Reims een drank voor de Franse vorsten en hun buitenlandse gasten, dit is dan nog een drank die veel lijkt op een troebele rode wijn zonder bubbels. In 1662 werd door toevoeging van suiker de tweede gisting van wijn ontdekt door de Engelse wetenschapper Christopher Merret.


Dom Perignon: “Kom snel ik proef de sterren.”  


Dom Pérignon (1638-1715), een Benedictijner monnik uit Hautvillers bij Reims, zocht lange tijd naar een methode om de tweede gisting onder de knie te krijgen. Omdat er bij de tweede gisting een natuurlijk koolzuurgas in de wijn ontstaat explodeerden heel veel flessen. Uiteindelijk is het hem gelukt dit proces te verbeteren en zo ontstond de ons bekende heldere en mousserende wijn, champagne.

Al heel snel werd deze drank een belangrijk exportproduct en in 1720 werden er al dertigduizend flessen uitgevoerd. De meeste export champagne werd in Rusland gedronken maar hieraan kwam plotsklaps een einde toen Napoleon, in 1812, Rusland binnenviel.
Het huidige gebruik van champagne voert terug naar de industriële revolutie en het ontstaan van de Nouveau Riche. De ‘Nieuwe Rijken’ hielden er een feestelijke levensstijl op na met veel champagne. Deze periode tussen 1870 en 1914 is de zogenaamde Belle Epoque. In deze periode is de vraag naar champagneglazen groot, de oude bekende flûte voor de genieters en de coupe voor de feesten en partijen.

Tegenwoordig wordt champagne traditioneel bij bijzondere gebeurtenissen gedronken, zoals met oudjaar, bij de doop van een schip, bij een jubileum of na een geboorte.

Zie de Champagneglazen, Champagneflûtes en Champagnecoupes te koop op onze website.