Deze jamlepel / confiturenlepel is gemaakt / verkocht in Amsterdam bij de (Juwelier) Firma Gebr. F.J.D. & J.F. Barends (meesterteken WB boven 2 in zeshoek) tussen 1929 en 1953 (gekeurd met het zilverkeur zwaardje). Deze zilveren in Art Deco uitgevoerde jamlepel / confiturenlepel model 202 die een gehamerde steel met haak heeft, weegt 39 gram en is 17.6 cm lang. De apart gevormde lepelbak is 5 cm lang bij 3.7 cm breed.
Vermoedelijk is deze lepel gemaakt in Zeist door Gerritsen & van Kempen en verkocht en voorzien van het meesterteken van Juwelier Gebr. Barends.
Het model 202 staat afgebeeld in het boek Zeist zilverwerken bladzijde 42 afbeelding 036.
Hendrik Jacobus Valk (1863 – 1940) was als chef tekenkamer werkzaam bij de firma J.M. van Kempen & Zonen te Voorschoten. Voor hun ontwierp hij het bestekmodel “89 Puntgroef ” (wat men nu Puntfilet noemt) en het theeservies model “1513 Versailles” die in 1916 voor het eerst in productie werden genomen. In september 1924 verliet hij de firma J.M. van Kempen & Zonen te Voorschoten en ging werken bij de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren werken Gerritsen & van Kempen te Zeist. Daar heeft H.J. Valk het servies “Cardinaal” ontworpen wat eigenlijk een variant op het eerder ontworpen servies “1513 Versailles” was. In Zeist werd de fabricage van servieswerk sterk uitgebreid en werd de productie van ouderwets Art Nouveau bestek stopgezet en vervangen door moderne modellen met gehamerde stelen en bescheiden Amsterdamse School ornamenten, H.J. Valk was verantwoordelijk voor het ontwerp van tenminste vier van deze nieuwe bestek modellen. Hendrik Jacobus Valk ging in 1933 op zeventigjarige leeftijd met pensioen.