Deze kruik met oor is gemaakt bij N.V. Fabriek van Brouwer’s Aardewerk* in Leiderdorp. De kruik draagt aan de onderzijde het stempel met het modelnummer J7 en het merk LB&B van Brouwer’s Aardewerk dat tussen 1932 tot 1956 in gebruik was. De bruin grijsgroen geglazuurde aardewerk kruik weegt 820 gram is 18.2 cm hoog, heeft een diameter van 15 cm en meet inclusief het oor 17.5 cm breed.
*N.V. Fabriek van Brouwer’s Aardewerk
Willem Coenraad Brouwer geboren 19 oktober 1877 in Leiden overleden 23 mei 1933 in Zoeterwoude was een Nederlands keramist, beeldhouwer, graficus en meubelontwerper. Brouwer kreeg zijn opleiding voor tekenleraar aan de Teekenschool in Leiden en begon zijn loopbaan in 1894 bij zijn zwager, boekbinder Loebèr in Leiden. Vanaf 1898 werkte Brouwer twee jaar bij Goedewaagen in Gouda, waar hij het draaiersvak leerde en experimenteerde met tabeer-aarde en loodertsglazuren. In 1900 sloot hij zich aan bij de kunstenaarsgroep rond ’t Binnenhuis. In 1901 huurde Willem Coenraad Brouwer gebouw Vredelust in Leiderdorp en richtte de N.V. Fabriek van Brouwer’s Aardewerk op. Hier nam hij elf tekenaars en twee draaiers in dienst en werd beroemd om zijn kunstzinnig ambachtelijk sieraardewerk zoals kruiken, vazen en schalen. Brouwer ontwikkelde een terracotta product dat vorst- en weerbestendig was en kreeg vanaf 1906 internationale bekendheid omdat hij een vernieuwer was op het gebied van bouwaardewerk en tuinkeramiek. De architecturale bouwkeramische werken van Brouwer zijn te vinden op ruim 150 locaties in Nederland, een voorbeeld hiervan is een twee meter hoog beeld van een adelaar dat hij maakte voor het Vredespaleis in Den Haag. Brouwer werkte samen met beroemde architecten als Berlage, Oud, Dudok en Wils. Willem Coenraad Brouwer was lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en exposeert regelmatig in het buitenland en ontvangt prijzen en onderscheidingen waaronder in 1910 de Grand Prix tijdens de wereldtentoonstelling in Brussel en in 1925 een bronzen medaille tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs. In 1926 bestuurden zijn zonen Nicolaas Willem Cornelis (Klaas) 1902-1952 en Coenraad Willem (Coen) 1908-1991 het bedrijf en namen het in 1933 na het overlijden van hun vader over. Klaas nam de verkoop op zich en Coen opgeleid aan de keramiek school in Gouda en Hohr-Grenzhausen Duitsland nam de productie voor zijn rekening. In 1956 is het bedrijf opgeheven.
