Zilvergehaltes.

Bij zilveren gebruiksvoorwerpen, sieraden, schepwerk enzovoorts bestaan verschillende zilvergehaltes dat wil zeggen dat men het zuivere zilver (999/1000) legeert met een onedel metaal zoals bijvoorbeeld koper.

Deze zilvergehaltes worden vaak op het zilveren voorwerp aangegeven met een gehaltestempel.

Kort gezegd heeft men:

Zuiver zilver 999/1000 zijn meestal baren zilver.
Eerste gehalte of sterling zilver: 925/1000 dit betekent 92.5% zilver.
Tweede gehalte zilver: 835/1000 dit betekent 83.5% zilver.
Derde gehalte zilver: 800/1000 dit betekent 80% zilver.

Kwaliteit en waarde.

Het gehalte geeft dus de hoeveelheid zilver aan dat gebruikt is en zegt niets over de kwaliteit van het door de zilversmid gemaakte object.

Het zegt wel iets over de waarde van het zilver, maar als men de verschillen in procenten bekijkt zijn deze relatief klein.

Toch wordt er nog steeds vaak gedacht dat het hoger gelegeerde zilver beter is dan het lager gelegeerde zilver.

Er is bekend dat men na de tweede wereldoorlog toen producten uit Duitsland minder in trek waren de Duitse zilversmeden die voorheen een legering van 800/1000 gebruikten zilver met een legering van 935/1000 gingen gebruiken om te concurreren met het sterling zilver 925/1000 dat in Engeland gebruikt werd. Het verschil is maar 1% meer zilver… Tegenwoordig gebruiken de zilversmeden in Duitsland over het algemeen weer het zilver met de lagere legering van 800/1000.

Waarom legeren.

De reden dat men gelegeerd zilver gebruikt is dat zuiver zilver relatief zacht is. Als men zuiver zilver zou gebruiken voor bijvoorbeeld sieraden of schepwerk beschadigd dit heel gemakkelijk.

Hierbij heeft zilver met een legering het voordeel dat het slijtvast is en bij gebruik van bijvoorbeeld sieraden of bestek wordt het materiaal sterker en duurzamer, zonder dat de karakteristieke glans van het zilver verloren gaat.