Hoedenspeldhouders:
Hoedenspeldhouders of Hatpin holders (Engels) of Hutnadel halter (Duits).
De naam zegt het al, worden gebruikt om hoedenspelden na gebruik in op te bergen (weg te steken). De meeste hoedenspeldhouders zijn van keramiek gemaakt zoals porselein of aardewerk en hebben allerlei vormen en maten zoals onder andere: mensfiguren, dieren, schoenen en vaasvormen.
Hoedenspeldhouders werden door porseleinfabrieken gemaakt als onderdeel van de familie van halfdolls en speldenkussenpoppen. In vroegere tijden kon men hoedenspeldhouders op kermissen winnen als prijs en kon men ze kopen als souvenir in badplaatsen. Tegenwoordig zijn deze hoedenspeldhouders vrij zeldzaam en een geliefd verzamelgebied.
Hoedenspelden:
Een hoedenspeld is een lange speld die ervoor dient om een dameshoed in het haar (dat meestal opgestoken of in een knot gedragen werd) vast te zetten.
Hoedenspelden werden geproduceerd in een verscheidenheid van lengtes, kleuren en ontwerpen. Zij werden gemaakt van diverse materialen, zoals zilver, goud, messing, hout en ivoor. Daarbij hebben hoedenspelden een decoratieve kroon of versierde knop die bezet kan zijn met kralen, parels, edelstenen in elke vorm die je maar kunt bedenken. Er bestonden zelfs spelden die bij aanraking bewogen (dit werd “En tremblant” genoemd wat in het Frans “beven” betekent) en sommige hadden kleine doosjes voor make up. Aan de andere kant van de hoedenspeld zit een puntig uiteinde waarop men meestal een sluitknop bevestigd om te voorkomen dat de speld los glijdt en men zich er aan kan verwonden.
Geschiedenis van de hoedenspeld:
De hoedenspeld ontstond in de 15e eeuw en was oorspronkelijk bedoeld om sluiers op hun plaats te houden.
In 1832 werd er in Amerika een machine uitgevonden die die hoedenspelden in grote hoeveelheden kon produceren waardoor ze veel betaalbaarder werden. Toen omstreeks 1880 hoeden dragen in de mode kwam nam de populariteit van hoedenspelden enorm toe en bleven een standaard accessoire voor vrouwen tot in de jaren 1920.
Hoedenspelden als wapen:
Omstreeks 1900 gingen vrouwen steeds meer buitenshuis werken en begaven zich voor het eerst zonder begeleiding van een familielid in de openbare ruimte. Hierdoor werden vrouwen vaak op straat lastiggevallen door louche handtastelijke mannen en werd de hoedenspeld een geliefd wapen voor zelfverdediging om deze mannen van zich af te houden. Vaak was één prik al voldoende!
Maar bij sommige aanvallen (met spelden van soms bijna 30 cm lang) vielen er zelfs doden. Dit was de reden waarom in 1908 in de VS en Engeland wetten werden aangenomen die hoedenspelden langer dan 23 cm verboden en er de eis werd gesteld dat het uiteinde van de speld (dat buiten de hoed steekt) afgedekt moest worden. Deze wetten stuitten op aanzienlijke weerstand van de suffragettes en vrouwen uit de arbeidersklasse die zich zorgen maakten dat vrouwen zich hierdoor niet meer konden verdedigen.
Het einde van de hoedenspelden:
Maar ondanks alles zou de heerschappij van de hoedenspeld snel ten einde komen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden hoedenspelden als buitensporigheid beschouwd. Tegen het einde van de oorlog was de mode weer veranderd en kozen vrouwen voor korter haar en kleinere hoeden, waardoor de hoedenspelden overbodig werden.
Hoedenspelden worden tegenwoordig gebruikt om er bijvoorbeeld een sjaal mee vast te zetten.
Tegenwoordig zijn antieke hoedenspelden en hoedenspeldhouders een geliefd artikel onder verzamelaars.